DON’T TELL THEM, SHOW THEM!

De grammaticale regels voor beeldtaal staan niet in een boek, want je moet ze vooral zien! Ervaren en inzien werken veel sneller, sterker en overtuigender dan onderstaande teksten ooit kunnen overbrengen.

Inhoud

Wat doet beeld met je en wat kun je zoal doen met beeld?

De masterclass maakt de kijker bewust van de grammaticale regels van beeldtaal. Deze regels worden aan de hand van vele voorbeelden inzichtelijk gemaakt.

In deze masterclass komen vragen aan bod als:

• • • Hoe kan beeld je helpen bij het overbrengen van je verhaal? Hoe kan de vorm waarin je je verhaal in beeld brengt, de inhoud versterken? Denk hierbij aan elementen als beeldcompositie, montagetechnieken, cameralenzen, camera standpunt, camera beweging, licht, kleur, locatie, dieptescherpte, metaforen, al dan niet gebruik van statief, etc.
    • Wat is het effect van verschillende standpunten? Welke gevoelens roepen die op?
    • Hoe werken tekst en beeld goed samen? Wat zijn de do’s en dont’s bij het schrijven van een tekst?
    • Wat is de beste volgorde van werken bij het maken van een item? Eerst een tekst schrijven of eerst een beeldverhaal monteren?
    • Wat doe je met – vaak saaie – talking heads?
    •  Hoe ‘werkt’ muziek?
    • Wat vertellen camerabewegingen? Hoe gebruik je ze effectief?
    • Wanneer is een item/ programma goed? En waarom?
    • Waarom onthoud je de inhoud van het ene item/programma wel en van het andere niet?
    • Waarom weten we zo goed wanneer iets ‘werkt’?
    • En hóe werkt dat dan?
    • Waarom kijken we graag naar een goeie speelfilm?
    • Hoe begin je een item/programma?
    • Hoe eindig je een item/programma?
    • Hoe hou je de aandacht vast?
    • Hoe werken aandachtspunten in beeld?
    • Hoe visualiseer je moeilijk te visualiseren onderwerpen? Denk bv. aan gestegen huizenprijzen of kindermisbruik.
    • Hoe decoupeer je effectief?
    • Hoe regisseer je een cameraman?
    • Hoe breng je een interview effectief in beeld?
    • Wat zijn de valkuilen bij het in beeld brengen van een interview?
    • Hoe monteer je onzichtbaar?
    • Hoe monteer je het allersnelst?
    • Etc.

En ook antwoorden komen – uiteraard- aan bod want er ligt aan speelfilms, nieuws- en actualiteitenitems, romantische komedies, buitenland-verslaggeving, instructiefilmpjes over het vervangen van inkt-cartridges, onderwerpen over gestegen huisprijzen en westerns één taal ten grondslag: beeldtaal.
En net als elke taal heeft ook deze beeldtaal een eigen grammatica.
Met zijn eigen regels.
Ik heb in de loop der jaren zo’n 67 onderwerpen verzameld waarin regels  te ‘ontdekken’ zijn die voor alle genres gelden.

Voor wie is het

(Beginnende) bureauredacteuren, editors, verslaggevers, cameramensen, communicatie-experts, correspondenten, beginnende (en vaak ook ervaren) film- en documentairemakers. Maar ook mensen die werken voor het internet, grafici en reclamemakers behoren tot de doelgroep. Kortom, iedereen die zich met beeld bezig houdt.

Werkwijze

In de loop der jaren heb ik zo’n 19.000 fragmenten verzameld uit alle genres om alles direct te kunnen verduidelijken met een treffend, toepasselijk voorbeeld. Elke vraag is wel met een beeldfragment uit de praktijk te beantwoorden. Ik werk graag reagerend en improviserend.

Ik kom bij u langs of we gaan gezamenlijk in een lokaal zitten met beamer, laptop, audioversterking… en heel veel beeld.

Cursisten zien (weer) in wat voor fantastische mogelijkheden met name montage in zich heeft. Ook leert men inzien wat een film/item goed of slecht maakt. Men kijkt, zo leert de ervaring, al na één dag geheel anders tegen het (eigen) materiaal aan.

En vooral raakt men geïnspireerd en krijgt men weer veel zin om (soms dezelfde avond al) aan de slag te gaan en het voortaan ‘heel anders’ te gaan doen. Men  (her)vindt de passie voor dit prachtige vak.

Duur van de training

Minimaal 2 dagen. Bij voorkeur 3 dagen. Maar het kan ook op zeer zinvolle wijze in 5 (of meer) dagen.

Heb je een vraag hierover? Klik hier